Wanneer schrijver Anton Stolwijk besluit een reis te maken langs de plekken waar Nederland vocht tijdens de wrede Atjeh-oorlog (1873-1942, meer dan 100.000 slachtoffers), ontdekt hij dat de oorlog op verrassende manieren voortleeft in Atjeh. Niet alleen in de opgewonden verhalen van de plaatselijke geschiedenisvereniging, maar ook in de herinneringen van een aan lagerwal geraakte jonkvrouw, in de praktijkruimte van een dokter van het Indonesische leger, in een tragisch spookverhaal