Lof der zotheid: over de nar en de zot in de Vlaamse kunst
Volgens de middeleeuwse theologen is geloven een zaak van bittere ernst. Humor en deugd moeten wel onverenigbaar zijn, want lachen is onbedwingbaar en ontsnapt aan de controle van de rede. Zedig glimlachen, tot daaraan toe. Maar schateren, grijnzen en grimassen: dat moet het speelveld van de duivel zijn – even verderfelijk als andere onbeheersbare driften, zoals de lichamelijke liefde of de verslaving