Al lang voordat het debat over de slavernijafschaffing op gang kwam, voerden aan het begin van de achttiende eeuw slaafgemaakten in Suriname een heftige strijd voor hun vrijheid. Vele slaafgemaakten wisten weg te komen van de plantages en vestigden zich in de jungle van Suriname. Tot deze groep, die marrons worden genoemd, behoorde Kaási, leider van de ‘Kaásimarrons’ en aanvoerder van een vijfig jaar durende guerillastrijd tegen de Nederlandse plantagehoude