Artikelomschrijving
Aan de vooravond van WO II zochten het gezin Oestreicher een veilig toevluchtsoord en dachten dit in Amsterdam te vinden. Het jonge gezin – vader, moeder, twee dochtertjes en grootmoeder – wordt in november 1943 op transport gesteld. Het derde meisje blijft ‘in onderduik’ achter. In Westerbork, Bergen-Belsen en in de ‘Trein der Verlorenen’ houdt Felix Oestreicher een dagboek bij. Hierin schrijft hij de gedichten die in Naderhand/Nachher in het Nederlands en Duits worden gepubliceerd. D