Artikelomschrijving
Een integrale, tweetalige uitgave van Nieuwe gedichten & Nieuwe gedichten het andere deel, ruim honderd jaar na het verschijnen in 1907 en 1908. Rilke gaf de bundels het predicaat ‘nieuw’, en daarmee bedoelde hij vooral een vernieuwing ten opzichte van zijn eigen poëzie. Rilke wilde geen ‘gebeden’ meer zoals in Het getijdenboek en ook geen impressionistische schetsen van stemmingen zoals hier en daar nog in Das Buch der Bilder. Nu richt hij zich tot de wereld van de dingen, aanvankelij